Leven bestaat uit liefhebben en loslaten. Rouw en verlies zijn dus onlosmakelijk met het leven verbonden. We weten inmiddels dat iedereen rouw op zijn of haar eigen manier ervaart. Hoe jij jouw rouw ervaart, is afhankelijk van heel wat factoren. Rouw is een unieke vingerafdruk van verdriet, zoals Manu Keirse dat zo mooi noemt. En toch... Toch zien we nog vaak dat je verdriet langs de meetlat wordt gelegd. Alsof het mogelijk is om leed objectief te meten. Daarom de hoogste tijd voor een blog over de leedlat!

De meetlat kennen we allemaal wel. Een handige, objectieve hulp om zaken mee op te meten en om hele concrete constateringen te doen. Hartstikke handig en goed om te gebruiken, want zo kunnen we op dezelfde manier werken. Als we het bij het bouwen van een woning over een muur van 6 meter hebben, is het handig dat we het allemaal over dezelfde 6 meter hebben. Zouden we dat niet doen, dan gaan de dingen letterlijk scheeflopen. Voor praktische en meetbare zaken dus hartstikke handig.
Er is echter iets geks wat we zien gebeuren in rouw en verlies. Ook daar wordt de meetlat gebruikt. We leggen leed langs de meetlat (oftewel: de leedlat), of het nu ons eigen leed is of dat van een ander. We proberen de grootte van het verlies en het leed te meten, alsof de uitkomst daarvan iets zou zeggen over hoe erg het is en vooral over hoe lang het mag duren.
Even kijken... meten... nog eens kijken... Hmm, als ik het zo zie zou jouw leed wel mee moeten vallen hoor. Vorige week was hier de achterneef van de buurvrouw en die had toch echt een stuk meer leed. Nee, jij mag niet klagen hoor. Kan zat erger. Dit emotionele leed zou toch met een week of wat wel weer minder moeten zijn.
Rouw is niet objectief
Rouw en verlies gaan over emoties. Over beleving. Over een subjectieve ervaring. Daar is weinig objectiefs aan. Dat wat objectief is, is waarschijnlijk enkel het concrete verlies dat er is. Een dierbare overlijdt. Een van je ouders krijgt dementie. Je kind blijkt zich anders te ontwikkelen dan verwacht. Je gaat scheiden. Je krijgt een diagnose die je leven verandert. Wat het ook is, dat wát er is, is gelijk ook het enige hele concrete, objectieve. Daar kan niet zomaar een waardeoordeel aan gehangen worden. En toch is juist dat wat we vaak horen als het over rouw en verlies gaat. Denk maar aan opmerkingen als:
"Ja, dat is wel naar. Maar wat díe heeft meegemaakt, jeetje, die had dat er óók nog bij!"
"Tja, je moet ook weer door hè? Het is ten slotte al drie maanden geleden."
"Hij heeft een mooie leeftijd bereikt. Dan is het ook goed hè."
"Toen mijn moeder overleed, stond ik er een week later ook gewoon weer."
Jouw leed wordt dan vooral langs de ervaringsladder van de ander gelegd. De ander kijkt met zijn bril, zijn waardeoordeel, naar jouw leven. Maar zo werkt het natuurlijk helemaal niet. Je rouwt niet minder omdat een ander een andere ervaring heeft. Je rouwt omdat jij liefhad. Je rouwt omdat jóuw leven om een aanpassing vraagt. Je rouwt omdat jíj mist wat eerst wel was of om wat je gehoopt had, maar wat nooit komt. Je rouwt niet vanuit dat wat de ander ervaren heeft.
Rouw en je rugzak
Rouwen is een complexe ervaring, die door veel factoren beïnvloed wordt. Juist dat maakt dat geen enkele rouwervaring hetzelfde is. Een simpel voorbeeld:
Toen ons kind overleed, verloor ik mijn dochter. De dochter die ik in negen maanden in mijn buik had gedragen. De dochter die ik zo heerlijk rustig door mijn buik voelde bewegen, zo anders als haar energiek schoppende broer. Die bij haar geboorte direct zo vertrouwd voelde en met wie ik uren wilde knuffelen. De dochter die ons gezin compleet maakte en voor wie ik met liefde negen maanden een zwangerschapsdepressie had doorstaan. De dochter van wie ik elke ademhaling op mijn huid wilde voelen, zolang ze leefde.
Toen ons kind overleed, verloor mijn man zíjn dochter. De dochter die op de echo's soms nog wat ver weg voelde, maar waar hij tegelijk zo naar uitkeek. De dochter die ons gezin zo mooi aan zou vullen. De dochter waar hij bij de geboorte direct verliefd op was. Die hij met zoveel liefde haar eerste romper aantrok. De dochter aan wie hij het leven had willen laten zien, maar waarvan het ook nog zo afwachten was hoe dat leven zich zou ontvouwen.
Toen ons kind overleed, verloor ons zoontje zijn zusje. Het was gek dat ze er ineens niet meer was. Het zusje waar hij naar uitgekeken had. Waarvan hij ondanks zijn jonge leeftijd direct begreep dat ze bij hem hoorde. Die ook van hem voelde. En ineens was ze weg en was iedereen zo verdrietig. Hij deed er alles aan om haar terug te krijgen. Hij verloor, maar had nog geen idee wat verliezen was. Dat kwam pas later. Bij het ouder worden. Steeds een beetje meer. Terwijl iedereen dacht dat het nu toch al zo lang geleden was, begon hij zich pas te realiseren wat het was, missen.
Elk van ons verloor een eigen persoon, een eigen relatie. Maar dat niet alleen. Elk van ons verloor ook zijn eigen toekomstplaatje. En elk van ons bouwde op de ervaringen die we eerder in het leven op hadden gedaan. Dat zat al in onze rugzak. Dat bepaalde mede hoe we omgingen met het verdriet. Of we wilden praten of vluchten. Of we heel hard wilden werken om het leed te repareren of juist de leegte wilden voelen.
Elk van ons had een andere rugzak met levenservaring. Daar moesten we het mee doen. Daar kwam de rouw bovenop. Mede daardoor rouwt ieder mens dus verschillend. Ook als ze dezelfde persoon verliezen. En dit was dan alleen nog maar ons gezin. Want ook het ervaren van het verlies van een kind is dus voor elk gezin verschillend.
Rouw vergelijken heeft geen zin
Het gebruik van de leedlat heeft dus geen enkele zin. Sterker nog: het heeft vooral nadelen. Er ontstaat een competitie op een plek waar geen competitie zou moeten zijn. Door leed te vergelijken, door er een waardeoordeel over uit te spreken, insinueren we vaak (onbewust) dat het ene verdriet erger of lichter is dan het andere. Wat schiet je daar nu precies mee op? Degene die het betreft voelt zich er in elk geval niet beter door. Laat dat je leidraad zijn. Is het helpend wat je zegt? Is het de ander tot steun? Mag iemand de ruimte hebben om zijn eigen ervaring te vormen?
De kans dat je nog een eerlijk verhaal te horen krijgt over hoe iemand zich voelt als jij er al een waardeoordeel over uitgesproken hebt, is natuurlijk klein. Als jouw veroordeling al doorklinkt, zal degene die rouw ervaart niet zo snel met je delen hoe die zich echt voelt. Natuurlijk kun jij verrast zijn hoe pittig jouw collega het overlijden van een 90-jarige vader of moeder ervaart, terwijl jij daar anders doorheen gegaan bent toen één van jouw ouders overleed. Maar jij kent de rugzak van je collega niet. Je kent de band niet die hij/zij met die ander had. Je weet niet op welke manier ze aan elkaar gehecht zijn. Je kent de volle impact niet. Dus probeer vooral met een open blik te kijken. Zeg niet 'tja, het hoort erbij hè, als ze zo oud zijn'. Maar zeg bijvoorbeeld 'Joh, wat een impact heeft dat hè? Ik zie dat je het er moeilijk mee hebt. Fijn dat je dat durft te laten zien.'
Iedere rouwervaring is uniek en persoonlijk. De impact van het verlies hangt af van tal van factoren, waaronder de relatie met de overledene, eerdere ervaringen met verlies, en de emotionele veerkracht van een individu. In plaats van te proberen rouw te meten of te vergelijken, is het dus helpender om te erkennen dat ieder mens een eigen verhaal en een eigen manier van verwerken heeft.
Vergelijk ook je eigen verdriet niet.
Bagatelliseer de verlieservaring van een ander niet. Maar... doe dat dus ook niet bij jezelf. Ook dat gebeurt vaak genoeg.
"Mijn vader was al zo oud. Daar zou ik toch niet zo'n last van moeten hebben?"
"Zit ik hier nog steeds te janken. Het is toch al tien jaar geleden. Dat moet toch wel klaar zijn?"
We zijn soms ook hard in ons eigen oordeel. Rouw is geen exacte wetenschap. Het is beleven, voelen en ervaren. Het is manieren zoeken om opnieuw zin te geven aan het leven. Soms al struikelend. Dan weer even stevig doorlopend. Maar nergens is een afvinklijstje. En nee, je hebt niet op een bepaald moment je diploma gehaald, waarna je er nooit meer last van hebt. Rouwen gaat vaak over meebewegen, doorademen, aanvaarden en weer ruimte voelen voor leven.
Hoe ga je dan om met iemand die rouwt?
Hoe je dan wel om moet gaan met iemand die rouwt? Je hebt het hierboven vast al tussen de regels door kunnen lezen. Maar denk in elk geval hier aan:
- Gooi de leedlat uit het raam. Erken dat rouw geen competitie is. Dat er niet één juiste manier is om te rouwen en dat er geen standaard meetlat is waarlangs we verdriet kunnen leggen.
- Luister veel, praat minder. Luisteren is vaak zoveel belangrijker dan praten. Samen stil zijn is ook oké. Samen verdragen. Zeg maar dat je de woorden niet hebt. Dat je niet weet wat je precies kunt doen, maar dat je er wel wilt zijn.
- Stel open vragen en vraag naar de ervaring van de ander. Dit geeft mensen de ruimte om hun eigen verhaal te delen zonder het gevoel te hebben dat het niet oké zou zijn wat ze voelen, omdat jij nu eenmaal een andere ervaring hebt.
- Erken de unieke impact van verlies. Ieder heeft zijn eigen rugzak vol ervaringen, zijn eigen hoeveelheid veerkracht en zijn eigen manier van omgaan met verdriet. Daarin mogen we allemaal leren van het leven. Erken dus dat die impact uniek is en niet vergeleken kan worden met een ander.
- Geef de ander ruimte om op eigen wijze te voelen. Laat emoties er zijn, of ze nu groot of klein zijn. Als jij meer emotie had verwacht, maar die er niet is, dan is dat óók oké. En als er meer emotie is dan jij verwacht had, geef die ander dan de ruimte om het te ervaren.